snugger
snugger - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: snug-ger 1. wie het vlug snapt en snel reageert ♢ dat joch is een buitengewoon snugger mannetje Bijvoeglijk naamwoord: snug-ger ... is snuggerder dan ... ...
Muiswerk Educatief (2017)
snugger - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: snug-ger 1. wie het vlug snapt en snel reageert ♢ dat joch is een buitengewoon snugger mannetje Bijvoeglijk naamwoord: snug-ger ... is snuggerder dan ... ...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., snoad, skrander, elf, skerp, tûk; aardig —, net sa snotterich; hij is niet al te —, hy is net al to erch, hy is de erchste net, hy is net alto alto, hy is goed (foar him) hinne.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-der, -st), schrander, bevattelijk: een snuggere knaap; iets snugger opmerken; — vaak ironisch: een snuggere opmerking maken; — hij is niet van de snuggersten, niet erg bij.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw.; snuggerder, snuggerst (wakker, levendig,vlug, schrander): e. snugger ventje; die knecht ziet er niet snugger uit; snugger antwoorden.
J.Pluim (1911)
afl. van een w.w., waarvan de wt. snug (met bijvormen snig, snik) „glad zijn” bet.; vgl. ’t Hgd. schniegeln : de haren gladstrijken. Snugger beantwoordt dus in fig. zin aan ons glad; een gladde vent. — De bijvorm komt voor in ons snik; „hij is niet goed snik".
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: