Wat is de betekenis van snotteren?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

snotteren

snotteren - Werkwoord 1. door de neusgaten neusslijm verliezen 2. telkens neusslijm ophalen 3. door hevig verdriet traanvocht door de neusgaten verliezen Woordherkomst (freqtt) snuiten met het achtervoegsel -er afgeleid van snot met het achtervoegsel -eren

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

snotteren

snotteren - regelmatig werkwoord uitspraak: snot-te-ren 1. snikken of huilen met veel snot ♢ sta toch niet zo te snotteren, dat verandert toch niets! 2. je neus telkens ophalen, in plaats van hem te snuiten ...

2024-03-29
Lexicon van het bijgeloof

Walter Gerlach (2000)

Snotteren

→ Neus.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Snotteren

v., snotterje.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNOTTEREN

(snotterde, heeft gesnotterd), 1. snot lozen; 2. herhaaldelijk en hoorbaar de neus ophalen; 3. schreien, huilen: hij snottert om niets.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

snotteren

het kind snotterde, h. gesnotterd (fig. snikkend en snotlozend krijten; spott. schreien).

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

snotteren

('snottsrən) (snotterde, heeft gesnotterd) [Frekw. van snotten] 1. snot lozen. 2. snikkend en snottend krijten : zij snottert om niets.

2024-03-29
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SNOTTEREN

SNOTTEREN - (snotterde, heeft gesnotterd), snot loozen; schreien, krijten : hij snottert om niets.