Wat is de betekenis van snitch?

2024-04-24
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

snitch

(zelfstandig naamwoord) [alg.] verrader, rat, klikspaan - Hij heeft je verlinkt, die rat!

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

snitch

(1999) (< Eng.) verklikker, verrader. Bargoense syn.: brieselaar*; loenenaar*; mozer*; rottenaar*; sliegenaar*; verkleffer*; verknoester*; verloenenaar*; versliecheraar*; vertippelaar*; zanger*; zapo*. • De wildste speculaties heb ik gemaakt. Jullie hebben een snitch gehad, ja ? Was het Blauwdam of was het mijn secretaresse Myrna? (Ronald...

Gerelateerde zoekopdrachten