Wat is de betekenis van SNIBBIG?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

snibbig

fel en nijdig; geprikkeld en afgemeten. fel en nijdig; geprikkeld en afgemeten; bits; vinnig; op bitse, vinnige wijze. Voorbeelden: De onderwijzer, vagelijk aangeduid als iemand die in zijn jeugd traumatische klappen kreeg, is door de auteur kennelijk bedoeld als degene die bij die twee echtelieden iets moet openbreken. Maar omdat de...

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Snibbig

adj. & adv., snibbich, snippich, fits; — antwoorden, snibje; — meisje, snib (it), snip, nibbe, nibke (it), fûlekaen, pilekaen.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNIBBIG

bn. bw. (-er, -st), bits, vinnig, inz. van vrouwen en hun uitingen : een snibbig wijf ; een snibbig ding ; snibbig spreken, antwoorden; — snibbig kijken,kwaad.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

snibbig

bn.: een snibbig meisje, snar, vinnig, scherp v. taal.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

snibbig

bn. en bw. (-er, -st) [sneb] scherp van taal, bits, vinnig : een meisje. ding; antwoorden. Syn. → bijtend.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SNIBBIG

SNIBBIG - SNEBBIG, bn. bw. (-er, -st), bits, vinnig (inz. van vrouwen): een snibbig wijf; een snibbig ding; snibbig spreken, antwoorden; snibbig kijken, kwaad. SNIBBIGHEID, v. (...heden), bitsheid, vinnige uitdrukking.

2024-03-29
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Snibbig

zie Bitter.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Snibbig

Snibbig, bn. en bijw. (-er, -st), bits, vinnig, (inz. van vrouwen). *-HEID, v. (...eden), bitsheid, vinnige uitdrukking.