sneeuwgrens
sneeuwgrens - zelfstandig naamwoord uitspraak: sneeuw-grens 1. grens in de bergen waarboven altijd sneeuw ligt ♢ bij het wandelen passeerden we de sneeuwgrens Zelfstandig naamwoord: sneeuw-grens de sneeuwgrens
Muiswerk Educatief (2017)
sneeuwgrens - zelfstandig naamwoord uitspraak: sneeuw-grens 1. grens in de bergen waarboven altijd sneeuw ligt ♢ bij het wandelen passeerden we de sneeuwgrens Zelfstandig naamwoord: sneeuw-grens de sneeuwgrens
Digischool (2010)
Een sneeuwgrens is de lijn in de bergen waar de sneeuw begint. De temperatuur is hier ongeveer 0 graden C.
Peter Timofeeff (1993)
Grens in een bergachtig gebied, waarboven op een bepaald moment de sneeuw blijft liggen. Onder invloed van de meteorologische omstandigheden kan de sneeuwgrens dus in hoogte variëren. Zie ook: boomgrens Zie ook: eeuwige sneeuw Zie ook: nulgradenniveau
drs. L.A. Beeloo (1981)
het denkbeeldige vlak in een gebergte waarboven per jaar meer sneeuw valt dan afsmelt. Boven de sneeuwgrens ligt dan ook tijdens de zomer sneeuw, de zogenaamde „eeuwige sneeuw”. Op de equator ligt de sneeuwgrens op 5000 à 5600 m, in de Alpen op 2700 à 3200 m, op Spitsbergen op 400 m hoogte.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (...zen), de grenslijn van het gebied waarboven juist zoveel sneeuw valt als er jaarlijks gemiddeld smelten kan, zodat er altijd sneeuw ligt.
M. J. Koenen's (1937)
v. sneeuwgrenzen (denkbeeldige lijn als grens der eeuwigdurende sneeuw in het hooggebergte).
John Kooy (1933)
sneeuwlinie, denkbeeldige lijn, de grens aangevende v/d eeuwige sneeuw i/h hooggebergte.
Jozef Verschueren (1930)
v. (...grenzen) denkbeeldige lijn als grens van de eeu- wigdurende sneeuw in het hooggebergte. Syn. sneeuwlinie.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: