snede
...
Muiswerk Educatief (2017)
snede - zelfstandig naamwoord uitspraak: sne-de 1. wond die ontstaan is door iets scherps ♢ hij had een snede in zijn arm 2. plak of schijf die regens van af gesneden is ♢ mag ik een snede van d...
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
Veerman (1954)
is een gras- of hooioogst op een bepaalde tijd gemaaid: men spreekt van eerste s. als het de eerste grasoogst betreft en daarna volgt vaak nog een tweede en derde s. De eerste s. wordt meestal eind Mei of begin Juni gewonnen en in de vorm van hooi of kuilvoer als wintervoer gebruikt. Deze eerste s. is de belangrijkste. Daarna volgt er nog wel een t...
Fa. A.J. Osinga (1952)
s., sneed, jeip(se), japs, jaep, hyp, feech; (plak), stik (it); dikke —, hipe; dunne —, flinterke (it), flit(t)erke (it); hele — (roggebrood), omstik (it); halve — (roggebrood), sydstik (it); — roggebrood (met boter), brogge; (het scherp van een mes), skerp (it),...
Jozef Verschueren (1930)
('sne:də) v. (-n; sneetje) I. Eig. het snijden: een in iets geven; onder de liet de patiënt geen kik. Gez. dat was, kwam juist, recht ter -, op het juiste ogenblik; gras enz. van de eerste -, dat het eerst gemaaid is. II. Metn. 1. door snijden gemaakte opening : een in de vinger; dat was voor hem een over zijn gezicht, ook Fig. een gro...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: