Wat is de betekenis van SNATER?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

snater

(16e eeuw) (pej.) mond of tong. O.a. bij Cats: "Gy hebt, na dat ick meen, u snater laten gaen". 'Zijn snater roeren': druk praten. Volkse syn. voor mond: babbel*; bakhuis*; bakkes*; bek*; boterhammenschuif*; boterschuif*; brievenbus*; broodmolen*; eethoek*; eetsalon*; eetklep*; eetplaats*; eetwerk*; gebbe*; gieber*; gleuf*; gofferd*; grabbel*; hap...

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

snater

mond, bek; snawel, gesnater, aanhoudend babbel; met snater klap, kwaak.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Snater

s., snetter, bletter, haffel, snaffel.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNATER

m. (-s), (gemeenz.) mond, bek (als spreekorgaan) : hou je snater! zwijg ; duchtig zijn snater roeren, geducht babbelen.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

snater

m. snaters, snatertje (mond): hou je snater!

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

snater

('sna.'tər) m. (-s; -tje) mond, bek: hou je-? zijn roeren, druk babbelen.

2024-04-20
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SNATER

SNATER - m. (-s), (gemeenz.) mond, bek: houd je snater !, zwijg; — duchtig zijn snater roeren, geducht babbelen.