Wat is de betekenis van Snaphaan?

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

snaphaan

1) (17e eeuw, vero.) (euf.) mannelijk geslachtsdeel. Eigenlijk: ouderwets geweer met een lont. Wapens doen vaak dienst als metafoor voor de penis, bijv. degen, lans, speer enz. Zie ook magazijn*. • Ach bruigom, 't manuaal leer haar in stomme taal opdat zij op het trommelslag de snaphaan handelt als een vlag... ( Gekroon Batavia. 1767) ...

2024-04-23
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Snaphaan

Snaphaan - geweer met een der eerste vormen van een vuursteenslot. Sinds de 17de eeuw, nu verouderd. Ook: knietje onder de ra. Zie ook senappan.

2024-04-23
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

snaphaan

snaphaan - mannelijk lid; eig. ‘geweer’; vele aanduidingen voor ‘wapens’ hebben de bet. ‘penis’ (zie o.a. kanon, degen, lans). Hoe noemt ghy den snaphaen daer ghy mede nae Venus doelen schiet?, Den Kluchtigen Bancket-Kramer 219 [1657].

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

snaphaan

soort geweer.

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Snaphaan

s., snaphaen.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNAPHAAN

I. m. (...hanen), 1. (vero., arch.) vrijbuiter of rover te paard; 2. (niet alg.) vent, snoeshaan, snuiter : je bent een rare snaphaan. II. m. (...lianen), 1. ouderwets geweer dat niet met een lont, doch door middel van een haan met vuursteen afgeschoten werd; 2. (zeew.) knietje onder de ra ; steunhout voor de mars.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

snaphaan

m. snaphanen (ouderwets vuurroer; fig. straatdief, struikrover).

2024-04-23
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Snaphaan

ouderwetsch vuurroer, geweer v. verouderde constructie.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

snaphaan

('snap) m. (...hanen) ouderwets vuurroer waarbij de brandende lont aan een haan bevestigd was.