Wat is de betekenis van smook?

2024-04-23
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

smook

dikke rook of damp. Voorbeelden: De gelige en zwarte walmen uit de schoorstenen van de textielfabrieken, de Grolsch-bierbrouwerij en de Vredestein-bandenfabriek, vermengden zich met de witte dampen van het brandende veen rond de stad, de prikkelende geur van gier op het land, en vormden met het zweet van de arbeiders een kleverige gra...

2024-04-23
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

smook

(zn) walm TM.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

smook

m. (dikke, vette rook): walm en smook.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

smook

(smo:k) m. dikke vette rook : - en damp. Syn. → damp.

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SMOOK

SMOOK - m. dikke rook of damp (inz. van smeulende voorwerpen): in den smook hangen, zitten.

2024-04-23
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Smook

zie Damp.

2024-04-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Smook

Smook, m. gmv. dikke rook of damp, stoom. *-GAT, o. (-en).