Wat is de betekenis van smoezen?

2024-10-06
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-10-06
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

smoezen

Het begrip smoezen heeft 2 verschillende betekenissen: 1) bedekt praten. bedekt en zacht met iemand praten, ofwel als gekoos, ofwel om kwaad te spreken over een derde. 2) een smoes vertellen. een smoes of smoesjes vertellen.

2024-10-06
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

smoezen

(1800) (< Jidd. sjmoezen) (inf.) (vertrouwelijk) praten; (door)vertellen; konkelen. Besmoezen is overreden; op de mouw spelden. Zie ook: als ik je smoes. • Jullie smoezen de hele dag... (Herman Heijermans: Kamertjeszonde. 1898) • Sjmoesen, (hebr.), babbelen, praten (werkwoord in de Joodsche volkstaal gevormd van het woord sjmoes. (Ta...

2024-10-06
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

smoezen

praten Omstreeks 1800 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, samengesteld uit de processtukken van de zogenoemde Brabantse Bende, in de betekenis ‘praten’. Vervolgens omstreeks 1860 aangetroffen voor ‘verhalen, vertellen, praten’. De Beer en Laurillard karakteriseerden smoezen in 1899 in hun Woordenschat als soldatent...

2024-10-06
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

smoezen

praten, vertrouwelijk praten, vertellen, konkelen: Ik draag ze (de mémoires) alle op aan ? ... Nee dat smoes ik jullie niet aan het begin van m’n boek, want dan lees je niet door ’t eind! KOKADORUS 26. Je loat maan moar smoese en je bemoeit je ’r niet mei, SMIS1 65.

2024-10-06
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Smoezen

praten, zacht praten; Nederlands van Jiddisch sjmoezen.

2024-10-06
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Smoezen

v., smûz(j)e, mûskopje, konkelfoezje.

2024-10-06
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-10-06
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SMOEZEN

(smoesde, heeft gesmoesd), 1. praatjes verkopen als verontschuldiging, of om zijn bedoeling te bedekken: hij heeft er wat om heen gesmoesd; 2. bedekt en zacht met iem. praten, vooral ten koste van iemand anders: ze hebben altijd wat te smoezen; wat smoezen jullie toch? gedekt smoezen; 3. praten in 't alg.: als ik maar even met hem smoes, kom...