Wat is de betekenis van smijten?

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

smijten

smijten - onregelmatig werkwoord uitspraak: smij-ten 1. met een zwaai uit je hand loslaten zodat het ergens anders terechtkomt ♢ hij smeet zijn tas in een hoek 1. iemand iets naar het hoofd smijten ...

2024-04-20
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

smijten

zich smijten. Ik ben een vrouw die zich graag smijt (iets met hart en ziel doen). Kom, we smijten ons (we gaan ertegen¬aan).

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Smijten

v., smite, s m i e t, s m i t e n; soal(j)e, kingelje, kinkelje.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SMIJTEN

(smeet, heeft gesmeten), 1. (Zuidn.) (overg.) een slag, slagen geven : iemand smijten; 2. (Zuidn.) (overg.) door een slag, door slagen in de toestand brengen die een bepaling uitdrukt: iets in stukken smijten ; 3. (overg. en onoverg.) werpen; vroeger in het alg., thans alleen hard werpen, gooien : met stenen naar iem. smijten; iem. op de grond, t...

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

smijten

smeet, h. gesmeten (hard gooien, werpen): iem. met stenen smijten, iem. op de grond smijten; met geld smijten, verkwisten.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

smijten

('smijtən) (smeet, heeft gesmeten) hard werpen. gooien : iemand met stenen, op de grond -. → bank, geld, kap, overstag, roet, stag. Syn. → gooien,

2024-04-20
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Smijten

van den Idg. wt. smid = smijten.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)