Wat is de betekenis van SMETTELOOS?

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

smetteloos

smetteloos - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: smet-te-loos 1. zonder vlekken ♢ de verpleegkundige droeg een smetteloos wit pak Bijvoeglijk naamwoord: smet-te-loos ... is smettelozer dan ... ...

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Smetteloos

adj. & adv., smetteleas, rein.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SMETTELOOS

bn. bw. (...lozer, -t), zonder smet,, vlekkeloos : ook fig.: een smetteloos leven.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

smetteloos

bn., bw.; smettelozer, smetteloost (vlekkeloos, zonder smet): de smetteloze blankheid van pas gevallen sneeuw; fig. een smetteloos verleden; smetteloos rein.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

smetteloos

('smettəlo:s) bn. en bw. (...lozer, -t) zonder vlek : een leven; rein.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SMETTELOOS

SMETTELOOS - bn. (...zer, -t), zonder smet, vlekkeloos; (ook fig.) een smetteloos leven. SMETTELOOSHEID, v.