Wat is de betekenis van smak?

2024-04-19
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Smak

Smak is in de jaren zeventig op Terschelling gehoord in de verbinding een hap en een smak voor een 'biertje met een borrel ernaast'. 'Een biertje om in te happen en de "jonge" er als een smak achteraan gooien', lichtte een informant toe. Bij smak zal zowel aan het naar binnen smakken zijn gedacht als aan het effect van een borreltje, dat als een sm...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

smak

smak - zelfstandig naamwoord 1. harde klap of val ♢ met een smak gooide Marc de deur dicht 1. een flinke smak maken [hard terechtkomen bij een val] Algemene uitdrukkingen: ...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

smak

val, stamp, bons; geklap met dielippe; gesmak, neerplof; klap met lippe.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Smak

kust- en vissersvaartuig, met één mast, een kluiver, een razeil en een bezaanzeil

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Smak

s., smak, swik.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SMAK

I. m. (-ken), 1. val, bons, harde plof: hij deed een harde smak, hij kwam vrij onzacht op de grond neer ; 2. slag, klap van een val of stoot: met een smak reed de auto tegen de brug op ; met een smak sloeg de deur weer dicht; 3. worp met dobbelstenen; 4. (onder het eten of drinken, bij het roken) klappend, met de lippen voortgebracht geluid : met...

2024-04-19
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Smak

(1), zeilvaartuig van het tjalktype, breed en plat gebouwd met ronde en ongeveer gelijk gevormde boeg en achterschip en met zwaarden. Fries scheepstype, dat door zijn geringe diepgang geschikt is voor de wadden vaart, doch ook bestemd is om over zee te gaan; (2) z Sumak.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

smak

sumak, v. looiersboom (in Z.-Europa).