Smadelijk
adj. & adv., (for)smaedlik.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. smaad aandoend, meebrengend of inhoudend, beledigend, vernederend; smadelijke woorden horen ; een smadelijke straf ondergaan; — (bw.) met smaad: smadelijk weggejaagd worden; iem. smadelijk bejegenen ; 2. op een wijze die smaad verdient.
J.H. van Dale (1898)
SMADELIJK - bn bw. (-er, -st), hoonend, beleedigend, vernederend: smadelijke woorden hooren; eene smadelijke straf ondergaan; iem. smadelijk bejegenen. SMADELIJKHEID, v. (...heden), hoon, beleediging; schandelijkheid.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: