Wat is de betekenis van smaak?

smaak - zelfstandig naamwoord 1. wat je proeft als je eet of drinkt ♢ er zit een vieze smaak aan dit water 1. naar smaak toevoegen [zoveel als je lekker vindt] 2. daar krijg ik...

Met dit zintuig laat de mens de buitenwereld diep doordringen in zijn wezen. We kunnen kijken naar bijvoorbeeld een suikerklontje, maar pas door het te proeven laten we de suiker toe in ons lichaam. De smaak is op die manier een soort wachter op de drempel. Door te proeven weten we of iets goed of slecht is voor het lichaam.

de - van een dood vogeltje in de mond hebben een erg slechte smaak in de mond hebben, te wijten aan overmatig drankgebruik. Ook alsof er een dood vogeltje over je tong heeft gepiest. Studentenuitdr.

de smaakzin maakt het ons mogelijk de in het speeksel opgeloste stoffen met behulp van smaakzintuigen waar te nemen en passend daarop te reageren. De smaakorganen zijn de smaakknoppen (smaakbekers) op de rug en randen van de tong, in het weke verhemelte en in de achterste verhemelteboog. Met de smaakzintuigen zijn o.a. zoet, bitter, zout en zuur te...

wordt overgebracht door de smaakpapillen van de tong en het mondslijmvlies. Ze kunnen alleen zuur, zoet, zout en bitter onderscheiden, alle smaaknuances worden met behulp van de reuk waargenomen. Behalve het smaak-apparaat behoort ook de psychische bereidheid tot dit zintuig. Abnormale lichamelijke en psychische toestanden veranderen de smaak (zwan...

smake, sin tuig waarmee mens proe; wat die sintuig waarneem; eetlus; kunsgevoel; lus; byval, gesmaak, proe; lyk; ondervind.

gustus, het waarnemingsvermogen ten opzichte van opgeloste stoffen door de tong; de smaak onderscheidt 3 kwaliteiten: bitter, zuur en zoet; het fijnere proeven, dat wij menen te doen geschiedt veelal door de reuk', een reukstoornis geeft ernstige „smaakstoomissen”.

s., smaek, smeits; elk zijn —, elk syn meuch; het is mijn —, it is myn flij; in de — vallen, der (goed, lekker) ynfalle; een doordringende — hebben, fier priuwe.

...