Wat is de betekenis van sluw?

2024-04-25
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

sluw

Sluw betekent listig, slinks, geraffineerd of schrander. Het beschrijft iemand die slim en vaardig is in het manipuleren van situaties teneinde er zelf beter uit te komen.

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

sluw

sluw - bijvoeglijk naamwoord 1. wie zijn slimheid alleen gebruikt om er beter van te worden ♢ hij heeft gewonnen dankzij een sluwe streek 1. zo sluw als een vos [heel sluw] Bijvoeglijk naamwoord...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Sluw

adj. & adv., slûchslim, glûperich, glûpsk; — zijn, knepen hawwe.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SLUW

bn. bw. (-er, -st), 1. listig, bijna altijd met ongunst, bijgedachte, arglistig, doortrapt van overleg : een sluwe kerel: de sluwe vos ; sluwe oogjes ; hij heeft het sluw aangelegd; 2. (gew.) dun. smal.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sluw

bn., bw. (listig, geslepen, doortrapt, slim, min of meer ong.): de vos is sluw; een sluwe daad; iets sluw aanleggen.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

sluw

bn. en bw. (-er, -st) [msch. ~ sluiken] Ong. behendig, doortrapt, slim : een -e kerel, vos; iets aanleggen. Syn. ➝ arglistig.

2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)