sluitspierenweer
(1988) (homotaal) gemeen, koud weer. Vgl. beestenweer*; glazenmakersweer*; hondenweer*; hutsepotweer*; moordenaarsweer*; pikstaanderig* weer; pokkenweer*; technisch* weer; zeikweer*. • (Arendo Joustra: Homo-erotisch woordenboek. 1988)