sluiten
sluiten - onregelmatig werkwoord uitspraak: slui-ten 1. dichtmaken ♢ wil je de deur achter je sluiten? 2. dichtgaan ♢ vanavond sluiten de winkels om negen uur 3. ...
Muiswerk Educatief (2017)
sluiten - onregelmatig werkwoord uitspraak: slui-ten 1. dichtmaken ♢ wil je de deur achter je sluiten? 2. dichtgaan ♢ vanavond sluiten de winkels om negen uur 3. ...
Marc de Coster (2004)
Eufemisme onder begrafenisondernemers voor het dichtmaken van een doodkist, oneerbiedig ook wel het ‘kisten’ genoemd. Er zijn allerlei woorden die men bij een begrafenis of teraardebestelling” uit kiesheid en respect voor de nabestaanden liefst vermijdt. Van een lijk wordt uiteraard niet gesproken. Het ‘lichaam’ of het ‘stoffelijk” overschot’ (vaak...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., slute, s l e a t, s l e t t e n (s l u t e n); (dichtdoen), ticht-, tadwaen, -meitsje; die schoenen — niet, dy skuon sit gjin slot, bislot yn; gesloten tijd (voor jacht, visserij, eierzoeken), bisletten tiid, forbeane tiid.
Van Dale Uitgevers (1950)
(sloot, heeft en is gesloten), 1. (overg.) toedoen, dichtmaken : de deur met de sleutel, de grendel, de knip sluiten; op het nachtslot sluiten; de poorten der stad sluiten ; sluit de deur achter je! — de deuren sluiten, de openbaarheid van een vergadering of zitting opheffen, schorsen ; — de grenzen sluite...
M. J. Koenen's (1937)
sloot, h. gesloten (1 dichtmaken, dichtdoen, inz. door middel van een slot; 2 opbergen in een afgesloten ruimte: wegsluiten; 3 eindigen, doen eindigen; 4 tot stand brengen; 5 dichtgaan, dichtgedaan worden; 6 passen; 7 logisch, bondig zijn; goed op elkaar volgen): 1. een deur sluiten, de ogen sluiten, het huis, de winkel sluiten; zegsw. iets met ges...
Jozef Verschueren (1930)
('sluitən) (sloot, gesloten) I. (heeft) 1. dichtmaken, toedoen : een kring -; een deur, de grendel, de knip -; het huis, het kantoor, de winkel -; de drukvormen moeten goed gesloten worden. ➝ deur, gelid, gesloten, hek, jacht, mond,oog,stal. 2. blokkeren: een haven -. 3. z i c h -, dicht-, toegaan : deze wond heelt zich spoedig gesloten. 4....
J.Pluim (1911)
van den Germ. wt. slut, Idg. sklaud = sluiten; vgl. ’t Lat. claudo voor sclaudo = ik sluit; zie Sluis.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: