Wat is de betekenis van SLOVEN?

sloven - regelmatig werkwoord uitspraak: slo-ven 1. hard werken in de huishouding, zonder ooit te rusten ♢ haar moeder loopt maar te sloven Regelmatig werkwoord: slo-ven ik sloof jij/u s...

v., bodzje, tobje, ezelje, puchelje, adamje, wrotte (en wrame).

slons, sloddervos.

(sloofde, heeft gesloofd), 1. (Zuidn.) (op)schuiven, stropen; 2. hard en aanhoudend werken, zich zeer inspannen : sloven van de vroege morgen tot de late avond; zich moe sloven.

I. sloofde, h. gesloofd (den. van sloof I: zwoegen, hard en aanhoudend werken [voor een karig loon]). II. sloofde, h. gesloofd: Z.-N. de mouwen sloven, opschorten.

('slo:vən) (sloofde, heeft gesloofd) [~ slaven] zware arbeid verrichten : de gehele week moeten -. Syn. ➝ arbeiden.

...

...

SLOVEN - (sloofde, heeft gesloofd), hard en aanhoudend, voor karig loon werken : sloven van den vroegen morgen tot den laten avond; — zich afsloven : zich moede sloven.