slot
(zelfstandig naamwoord) [alg.] ruimte, gaatje, vrij plekje - Voor contact met de PM moet je altijd een gaatje in je agenda maken. [ict] sleuf, connector, insteekplaats - Moderne computers hebben een vrije sleuf nodig voor een uitbreidingskaart. Alles gaat buitenom met USB. [luchtv.] vertrekvenster, tijdvenster, landingsopening - Het aantal...