slons
...
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (slonzen), 1. (Zuidn.) lap, flard; 2. (Zuidn.) lor, vod ; 3. (gew.) onderste gedeelte, rand van een japon of rok; 4. haveloze, slordige vrouw ; — iem. die slordig op zijn eigendommen en zijn werk is (ook wel van mannen gezegd); 5. (Zuidn.) slet.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip slons heeft 3 verschillende betekenissen: 1) slonzige vrouw. vrouw die slordig is op haar kleding en uiterlijk. 2) slordig persoon. iemand die, vooral vrouw die, slordig is op het werk of die niet netjes is bij het huishouden. 3) losbandige vrouw. vrouw die niet keurig leeft; losbandige vrouw; slet.
Fa. A.J. Osinga (1952)
s., slons, slonze, (s)lodske (it), sloar, sleep, slier, belle, smjirk(ert), slofgat (it), rûskepûske (it), slânsfet (it), slantfet (it), skuor-, skjirlape, toatebel.
M. J. Koenen's (1937)
I. v. slonzen, dikwijls in verkl. slonsje. II. v. slonzen (slordige vrouw, totebel, morsebel).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: