Wat is de betekenis van Slinger?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

slinger

1) (1950) (Barg.) mannelijk lid. Vgl. zwengel*. • Slijnger. m. Slinger. Mannelijk schaamdeel. (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950) • (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974) • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984) • (Ton den Boon: De...

2024-04-25
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Slinger

Slinger - zijn slinger hebben: het naar zijn zin hebben, op zn gemak zijn. De uitdrukking was in gebruik bij de huzaren te Tilburg, in de periode 1913-1914. Syn.: zijn draai hebben = in zijn schik zijn, eig. zo draaien als men gaarne wil (Stoett). Met het slingeren wordt misschien het heen en weer bewegen van een aap bedoeld, omdat de hele uitdru...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

slinger

slinger - zelfstandig naamwoord uitspraak: slin-ger 1. lang en kleurig versiersel dat opgehangen wordt ♢ wij hangen altijd slingers op als er iemand jarig is 2. zwaar stuk metaal dat heen en weer gaat ...

2024-04-25
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

slinger

(de; -s) SP - het slingeren, slingerende beweging, zwaai, bv. met de slingerkogel, springtouw (rope) of aan de ringen. • Snelheidsvermeerdering bij de reuzendraai vindt plaats door enorme verkorting van de slinger (= afstand tussen het lichaamszwaartepunt en het draaipunt verkleinen). (BERGT)

2024-04-25
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Slinger

zijn - hebben het naar zijn zin hebben; op zijn gemak zijn; zijn draai hebben. Zijn slinger in iets/iemand hebben bet. dan weer ‘aan iets, iemand plezier beleven’. Bargoense en gewestelijke uitdr., die volgens Van Ginne- ken al gebruikt werd door de huzaren in de periode 1913 -1914. De uitdr. is echter vermoedelijk ouder. De toevoeging als een ouw...

2024-04-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

slinger

elk lichaam dat zo opgehangen is dat het een heen en weer gaande beweging kan maken. De slingertijd is slechts afhankelijk van de lengte van de slinger en van de plaats op aarde. De massa en uitwijking hebben geen invloed op de duur van de slingering. Men gebruikt daarom de slinger als tijdregelaar voor klokken (slingerklokken).

2024-04-25
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

slinger

slinger - mannelijk lid (zie ENDT). slippertje, kortstondige sexuele, overspelige, relatie. ‘Het was de moeite waard niet waar?' Oneindig zalig ... ’k weet nu, hoeveel ik heb gemist...' ‘Daar kun je nog eens een slipper aan wagen, hè?' Porno, 16, 63 [1975].

2024-04-25
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

slinger

(de, -s), katapult. Jonge kinderen begrijpen het meestal niet en willen me [een slang] vaak met een slinger of buks doodschieten (Barron 1981b: 34). Etym.: In hist. AN en vermoedelijk ook SN was een s. (S sling) eertijds een werptuig zonder elastisch element. - Syn. slingshot, sjinsjaart.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

slinger

swaai; toestel om met klippe te gooi deur dit eers oor kop te swaai; hangende gewig of toestel wat vanaf draaipunt reëlmatig heen en weer swaai; doek waarin gewonde arm gedra word; geboë sleutel of arm, met handvatsel om iets mee te draai; (sier)krans; geslinger, heen en weer beweeg of laat beweeg, swaai, skommel; waggelend loop; kronkel;...