slijmbal
slijmend persoon. iemand die slijmt; slijmend persoon; slijmerd. Vooral als scheldwoord. Voorbeelden: Wat denkt die slijmbal wel, ons een beetje zitten betuttelen met z'n coulantie, z'n droevige gezinssituatie. Anna Enquist, Het meesterstuk, 1999 'Met jou zou ik het hier wel uithouden.' 'Slijmb...