Wat is de betekenis van sliegeraar?

2024-04-20
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

sliegeraar

verrader In 1907 voor het eerst aangetroffen, in de memoires van een Amsterdamse rechercheur, opgetekend door Jan Feith. In een woordenlijst bij dit boek staat de volgende toelichting: ‘Sliegeraar, handlanger, verklikker; gewoonlijk zelf een dief of inbreker, die om de een of andere reden de recherche hulp bewijst.’ Al eerder, in 1890, in de...

2024-04-20
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

sliegeraar

(Bargoens) verklikker; verrader. Ontstaan begin van de twintigste eeuw. Afgeleid van Rotwelsch schliechenen (bekennen, verraden).Karel Burk ging om met sliegeraars en insluipers, dieven en misdadigers van allerlei slag... (Israël Querido, De Jordaan, 1912)

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Sliegeraar

(Barg.) handlanger, verklikker.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SLIEGERAAR

m. (-s), (Barg.) verklikker, handlanger der politie.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sliegeraar

m. sliegeraars (Barg. verrader, verklikker).

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

Sliegeraar

Sliegeraar - m., (argot) handlanger, verklikker.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SLIEGERAAR

SLIEGERAAR - m. (-s), (diev.) verklikker, handlanger der politie.

Gerelateerde zoekopdrachten