Wat is de betekenis van slenteren?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

slenteren

rustig lopen. in een rustig tempo en meestal zonder duidelijk of urgent doel lopen; op zijn gemak lopen. Voorbeelden: Niet slenteren, niet in etalages kijken, om groepjes mannen heen lopen, in paniek raken als je stappen achter je hoort, een omweg maken om niet door een donker straatje te hoeven, zorgen dat je nooit iemand recht in z...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

slenteren

slenteren - regelmatig werkwoord uitspraak: slen-te-ren 1. langzaam en rustig lopen ♢ we slenterden langs de winkels Regelmatig werkwoord: slen-te-ren ik slenter jij/u slentert ...

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Slenteren

v., slinterje, dangelje, pangelje, bongelje, bingelje, sliere, slierkje, flanterje, suiskje; op straat —, op ’e strjitte dweil(j)e, strjittedweil(j)e, -sliere, stoatskave.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Slenteren

(slenterde, heeft en is geslenterd), 1. langzaam (veelal ook doelloos) voortlopen; hij slentert altijd op straat; — zich langzaam lopend begeven: hij slenterde de stad door, is de stad door geslenterd; 2. (Zuidn.) slap gaan, slabakken: het slentert zo wat heen; het werk slentert.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

slenteren

slenterde, h., i. geslenterd (langzaam en zonder doel [op zijn gemak] wandelen): langs de straat slenteren.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

slenteren

(slenterde, heeft en is geslenterd) langzaam, op zijn gemak en zonder doel wandelen : hij slentert de stad door.

2024-04-24
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)