slee
(1935) (inf.) grote, luxueuze auto. Vgl. badkuip*; bikwammes*; koets*; schoftenbak*. • Een 'slee met staartvinnen' is een wagen met puntige uitsteeksels aan de spatborden (Maarten van Nierop: Woordjes Sprokkelen). • (J.C. de Buisonjé: Bargoense woordenlijst. 1935) • Een lange rit! In de vroegte weg en tegen de nacht thuis....