Wat is de betekenis van slappeling?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

slappeling

slap persoon. iemand die slap is, meestal op het gebied van zijn persoonlijkheid of karakter, maar soms ook wat betreft zijn fysieke toestand of voorkomen; slap persoon. Voorbeelden: Maar kon je je eigen karakter los zien van je daden? Vloeiden die niet vanzelfsprekend daaruit voort? Als je iets verkeerds deed, kwam dat misschien wel...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

slappeling

slappeling - zelfstandig naamwoord uitspraak: slap-pe-ling 1. iemand met een slap karakter ♢ die slappeling kan nooit eens doorzetten Zelfstandig naamwoord: slap-pe-ling de slappeling de...

2024-04-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

slappeling

iemand met weinig fut, die veel te snel toegeeft; zwakkeling. Syn.: slappe lui; slappe tinus; slapjanus. Theo, de slappeling! (H. Robbers, De Roman van een gezin. I. De Gelukkige Familie, 1909) Ze geloofde niet, dat hij geboren was om een slappeling en een mislukte te worden. (Diet Kramer: Roeland Westwout, Roman over jonge menschen, 1940)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Slappeling

in. (-en), iem. zonder fut of veerkracht, met een slap karakter: een verwijfde slappeling.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

slappeling

('slappəling) m. (-en) persoon zonder fut of karakter.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)