slapend
slapend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanslapen slapend - Bijvoeglijk naamwoord 1. in slaap verkerende ♢ De slapende kinderen droomden over Sinterklaas die hun mooie cadeaus zou brengen.
Wiktionary (2019)
slapend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanslapen slapend - Bijvoeglijk naamwoord 1. in slaap verkerende ♢ De slapende kinderen droomden over Sinterklaas die hun mooie cadeaus zou brengen.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. in de toestand van slaap verkerend; (spr.) men moet geen slapende honden wakker maken, zie Hond; 2. tijdelijk niet werkzaam: een slapende mijn (in de versterkingskunst); — (bosb.) slapende ogen, knoppen die onder normale omstandigheden niet tot ontwikkeling komen; — slapende aandelen, die niet...
J.H. van Dale (1898)
SLAPEND - bn. in slapenden toestand; (spr.) men moet geen slapende honden wakker maken, zie HOND ; slapende mijn (in de versterkingskunst).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: