slaken
slaken - regelmatig werkwoord uitspraak: sla-ken 1. het geluid ervan laten horen ♢ de meisjes slaakten een gil Regelmatig werkwoord: sla-ken ik slaak jij/u slaakt ...
Muiswerk Educatief (2017)
slaken - regelmatig werkwoord uitspraak: sla-ken 1. het geluid ervan laten horen ♢ de meisjes slaakten een gil Regelmatig werkwoord: sla-ken ik slaak jij/u slaakt ...
Dr. E. Schröder (1980)
Een slaak is een rustig onbewogen water. Het woord komt ook als eigennaam voor en is verwant met het werkwoord slaken. Dit slaken kwam reeds in het Middelnederlands voor in de betekenis: slap maken, losmaken, ontslaan, lenigen. Het daarbijbehorende bijvoeglijke naamwoord luidt in het Middelnederlands: slac: slap, los, traag. Het Engels kent to slak...
Van Dale Uitgevers (1950)
(slaakte, heeft geslaakt), 1. (litt. t.) (banden) losmaken: iemands boeien slaken. 2. (woorden of een geluid) laten uitgaan, uiten: kreten, zuchten slaken; 3. (Barg.) (onoverg.) vrijkomen.
M. J. Koenen's (1937)
slaakte, h. geslaakt (van slak IV: 1 losmaken, een band of andere bevestiging; 2 loslaten, vrijlaten; inz. van woorden, geluid: uiten): 1. iems. boeien slaken, lit. t.; 2. een zucht, een kreet slaken; nog lit. t., vero. de teugel slaken, vieren.
Jozef Verschueren (1930)
('sla:kən) (slaakte, heeft geslaakt) [slak III] 1. losmaken : banden, boeien -. 2. uiten, lozen: een kreet, zucht -.
T. Pluim (1921)
(losmaken), denominatief van ’t oude slaeck — slap, los; vergelijk het Slaak (in Zeeland): de ondiepte, waar de golven slaeck, slap worden. Vandaar: een zucht slaken (los maken); de boeien slaken; iemand slaken uit de gevangenschap.
J.Pluim (1911)
(losmaken), denom. van ’t oude slaeck = slap, los. — Vgl. het Slaak (in Zeeland): plaats in zee, waar de golven bedaren, slap, „slaeck” worden. Een zucht slaken, de boeien slaken, enz. is dus: losmaken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: