Wat is de betekenis van slaken?

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

slaken

slaken - regelmatig werkwoord uitspraak: sla-ken 1. het geluid ervan laten horen ♢ de meisjes slaakten een gil Regelmatig werkwoord: sla-ken ik slaak jij/u slaakt ...

2024-04-19
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Slaken

Een slaak is een rustig onbewogen water. Het woord komt ook als eigennaam voor en is verwant met het werkwoord slaken. Dit slaken kwam reeds in het Middelnederlands voor in de betekenis: slap maken, losmaken, ontslaan, lenigen. Het daarbijbehorende bijvoeglijke naamwoord luidt in het Middelnederlands: slac: slap, los, traag. Het Engels kent to slak...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Slaken

v.; een zucht —, in sucht (op)lûke, litte.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Slaken

(slaakte, heeft geslaakt), 1. (litt. t.) (banden) losmaken: iemands boeien slaken. 2. (woorden of een geluid) laten uitgaan, uiten: kreten, zuchten slaken; 3. (Barg.) (onoverg.) vrijkomen.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

slaken

slaakte, h. geslaakt (van slak IV: 1 losmaken, een band of andere bevestiging; 2 loslaten, vrijlaten; inz. van woorden, geluid: uiten): 1. iems. boeien slaken, lit. t.; 2. een zucht, een kreet slaken; nog lit. t., vero. de teugel slaken, vieren.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

slaken

('sla:kən) (slaakte, heeft geslaakt) [slak III] 1. losmaken : banden, boeien -. 2. uiten, lozen: een kreet, zucht -.

2024-04-19
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Slaken

(losmaken), denominatief van ’t oude slaeck — slap, los; vergelijk het Slaak (in Zeeland): de ondiepte, waar de golven slaeck, slap worden. Vandaar: een zucht slaken (los maken); de boeien slaken; iemand slaken uit de gevangenschap.

2024-04-19
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Slaken

(losmaken), denom. van ’t oude slaeck = slap, los. — Vgl. het Slaak (in Zeeland): plaats in zee, waar de golven bedaren, slap, „slaeck” worden. Een zucht slaken, de boeien slaken, enz. is dus: losmaken.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)