Wat is de betekenis van slag?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

slag

1) (1987) (spoorw.) spoorlijn; traject. • De machinist, die vanavond, zoals dat in het jargon heet, de slag Den Haag CS- Haarlem heeft, heeft me ter hoogte van Heemstede gewaarschuwd: achter de flauwe bocht liggen de twee gevreesde punten, die menige „meester" (erenaam voor machinist) „het zweet in de handen" brengen. (NRC Handelsb...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

slag

slag - Zelfstandignaamwoord 1. (m) (militair) militair treffen Adolf van Nassau bleef in de slag. 2. (m) het opzettelijk doen belanden van een hand of een voorwerp op iemand De slagen regenden neer op zijn gezicht. 3. (m) (...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

slag

slag - zelfstandig naamwoord 1. keer dat iemand geslagen wordt ♢ hij kreeg een slag in zijn gezicht 1. wie is aan slag? [aan de beurt om te slaan] 2. zonder slag of stoot...

2024-04-25
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

slag

Vier achtereenvolgens gespeelde kaarten, door iedere speler één te beginnen met degene die aan de beurt was om voor te spelen. Aangezien iedere speler in aanvang dertien kaarten heeft, bestaat elk spel uit dertien slagen.

2024-04-25
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Slag

Slag - 'in de slag gaan met': een afspraak maken met een andere renner. Fr. être dans le coup = ergens bij betrokken zijn. 'De slag missen': niet in de goede ontsnapping zitten, maar nog niet definitief verslagen zijn. 'Door de slag heenrijden': afspraken in de wind slaan. 'Een slaggie maken': een afspraak maken met andere renners om elkaar te steu...

2024-04-25
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

slag

(zn) groep patrijzen HP.

2024-04-25
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

slag

zich goed uit de slag weten te trekken (zich weren, uit een moeilijke situatie redden) — zijn slag thuis halen: gelijk krijgen, een geschil winnen. Krantenredactie haalt haar slag thuis (artikel mocht gepubliceerd worden).

2024-04-25
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

slag

slag: beslissende ontsnapping. Ook: hapering, deuk in het wiel als gevolg van een val of een harde slag van het wiel in een put in de weg.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

slag

(de; -en) (de golfregels) - voorwaartse beweging van een golfstok, gedaan met de bedoeling de bal te slaan en in beweging te brengen, syn. stroke, shot: blinde slag (Eng. ‘blind shot’), slag waarbij de landingsplek op de fairway, de green of de vlag niet zichtbaar is; slag in de lucht, luchtslag (Eng. ‘airshot’), misslag waarbij alleen lucht wordt...