Wat is de betekenis van Skeeler?

2024-04-25
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

skeeler

(zelfstandig naamwoord) [alg.] straatschaats, lijnrolschaats, wielschaats - Je kunt de wieltjes van je straatschaatsen zelf vervangen.

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

skeeler

skeeler - Zelfstandignaamwoord 1. rolschaats met 4 wieltjes die achterelkaar, in-line, staan. Het wordt tegenwoordig meer gezien als een vorm van schaatsen dan van rolschaatsen.

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

skeeler

skeeler - zelfstandig naamwoord uitspraak: skie-ler 1. schaats met op de plaats van het ijzer vier wieltjes achter elkaar ♢ deze hobbelige weg is niet goed voor je skeelers Zelfstandig naamwoord: skie-ler de skeeler...

2024-04-25
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Skeeler

Skeeler - (Eng.), speciale rolschaats waarvan de vier of vijf wieltjes achter elkaar staan. Daarnaast heeft Zandstra een markt ontdekt in de zogenaamde ‘skeelers’, een soort rolschaatsen waarmee getraind wordt ter voorbereiding op het ijsseizoen. Het Parool, 18-01-89 Nu er eindelijk natuurijs ligt en iedere Nederlander de skeelers als surrogaat te...

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Skeeler

[Eng.] 1 rolschaats met een aantal wieltjes achter elkaar; 2 beoefenaar van het skeeleren.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Skeeler

rolschaats met 3 wieltjes achter elkaar

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)