Sinus
Verkorting van Gesinus.
Wiktionary (2019)
sinus - Zelfstandignaamwoord 1. (wiskunde) de verhouding van de lengte van een loodlijn die van een der benen van een hoek op het andere been wordt neergelaten, tot het beenstuk waarvan wordt uitgegaan 2. (medisch) holte of instulping zonder eigen wand Verwante begrippen cosinus, tangens
drs. L.A. Beeloo (1981)
afkorting: sin, voor een bepaalde hoek de verhouding die er in de rechthoekige driehoek bestaat tussen de overstaande rechthoekszijde en de schuine zijde, b.v. sin 𝛼 =a/c
G. Th. van Kempen (1974)
(= L.,), bocht, boezem, holte met bloed of weefselvocht. Een holte in een der schedelbeenderen (omgeving neus).
H.J. Terblanche - M.A., D. Litt
loodlyn wat v/d punt waar straal omtrek van sirkel sny, op ander straal val, is sinus van ingesluite hoek; bog, inham; (been)holte, verwyding.
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
boezem; inham; loodlijn, die neergelaten wordt uit een der uiteinden van een cirkelboog op de straal, die door het andere uiteinde van de boog gaat; verhouding van die loodlijn tot de straal
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: