Wat is de betekenis van Single?

(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] alleenstaand, vrijgezel, alleengaand - Uiteindelijk ging de 'eeuwige vrijgezel' voor de bijl en trad in het huwelijksbootje.

(de; s) (matchplay) - wedstrijd waarin één speler tegen één andere speler speelt. Herkomst: (1926-1950 ‘enkelspel’), Eng. (afzonderlijk, alleen), van Oud-Fr. sengle

Alleenstaande; vrijgezel; maar ook: iemand die er een andere dan een gehuwde relatie op nahoudt (wel een vaste vriend of vriendin maar het huishouden wordt alleen beredderd). De eerste twee termen klinken nogal negatief, vooral de eerste (ze geven een nogal zielig beeld van deze categorie van mensen: het zijn eenzaten, zoals ze in Vlaanderen wel ee...

Vinyl 45 toeren plaatje met één liedje, veelal gericht op de hitgevoelige jongerenmarkt. Op de A-kant stond het sterkste liedje, waarvan de platenmaatschappijen hoopten dat het door de radio opgepikt zou worden. Bij voldoende airplay op de radio ontstond er vraag in de platenzaken naar de bewuste single. Als het plaatje voldoende verkocht werd, kwa...

Single - (Eng.), vrijgezel, alleenstaande. De term is begin jaren tachtig opgekomen. → solo. Robert van Kralingen, dansleraar in Dwingeloo (Drenthe), ontdekte bijvoorbeeld dat er veel ‘singles’ kwamen op zijn danslessen en stelde een aparte singleavond in. Inez van Eijk: Bij jou of bij mij?, 1994 Momenteel is ze ‘een vrolijke single’, aldus haar m...

[Eng. = enkel, van Lat. singulus] 1 (tennis) enkelspel, dat is spel van één tegen één; 2 (grammofoon) plaat met slechts één muziekstuk aan beide zijden.

enkelspel bij tennis; alleenstaande; muziekplaat uitgebracht n.a.v. één nummer

kleine grammofoonplaat met een diameter van 17 cm, doorgaans toeren p.m., vaak gebruikt voor de verkoop van een enkel nummer van een artiest of groep in de populaire muziek.

Enkelspel.