Wat is de betekenis van sikker?

sikker - Bijvoeglijk naamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) dronken Woordherkomst Herkomst: Bargoens Verwante begrippen Jiddisj: sjikker

aangeschoten, beschonken, dronken In 1890 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, uit Roeselare in West-Vlaanderen, in de vorm chiken voor ‘dronken’. Ook aangetroffen als gikker, sjikker, sikkem, enzovoort. Via het Jiddische sjikker (‘dronken’) ontleend aan het Hebreeuwse sjikor (‘dronken’)....

zie smous.

bn [Hebr. sjikkör] 1 (Barg.) beschonken, petoet; 2 duizelig.

(sjikker) dronken (Barg.)

zie sjikker; alleen Nederlandse volkstaal in deze vorm.

(Barg.) dronken

(<Hebr.), SIKKES, bn., (gemeenz.) 1. beschonken: hij is sikker. 2. duizelig, draaierig: ’s morgens als ik opsta ben ik eerst wat sikker.

dronken; duizelig. De gokkers zijn knap sikker, 's Morgens als ik opsta ben ik eerst wat sikker.