sief
(1922) (ook: siep, syf of sif) (inf.) geslachtsziekte. Verkorting van en tevens eufemisme voor het nogal ongunstig klinkende syfilis (eigenlijk de naam van een herder uit een 16de-eeuws didactisch gedicht over de geslachtelijke aandoening: Syphilis sive de Morbo Gallico (`Syphilis, of over de Franse ziekte'). De auteur was de arts, dichter en human...