Wat is de betekenis van short?

2024-12-08
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-12-08
Blockchain woordenboek

Redactie Ensie (2021)

Short

Wanneer iemand een marginale positie inneemt met het idee dat de prijs omlaag gaat.

2024-12-08
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

short

short - Bijvoeglijk naamwoord 1. kort short - Zelfstandignaamwoord 1. (kleding) broek met korte pijpen Woordherkomst van het Engels

2024-12-08
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

short

short - zelfstandig naamwoord uitspraak: sjort 1. korte broek ♢ als het warm is draagt Inez graag een short Zelfstandig naamwoord: sjort de short de shorts Synoniemen shorts

2024-12-08
Klein hotelvademecum

Peter Joh .M. Zuidweg (2017)

Short

Tekort.

2024-12-08
Jargon & Slang van Beursspeculanten

Marc De Coster (2017)

Short

Short - (Eng.) 'short gaan': la baisse speculeren, ook: in de wind gaan. Aandelen/opties verkopen die men nog moet kopen en afleveren. Short gaan is even hachelijk als het uitvoeren van een vliegend trapeze­ nummer zonder net. Een handelaar die voor vijf miljoen aandelen koopt, riskeert vijf miljoen. - Humo-dossier De Beurs 1985 ​

2024-12-08
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Short

[Eng.] kort.

2024-12-08
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

short

1. kort; te kort; kort aangebonden, kortaf; klein [gestalte]; bros [gebak]; puur [dranken], niet met water aangemengd; beknopt [leerboeken]; krap, karig; te weinig; plotseling; short hill, kortzichtwissel; short breath, ook: kortademigheid; short delivery, manco; a short hour, een klein uur; short rib, valse rib; short weight, (gewichts)manco; shor...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-12-08
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)