Wat is de betekenis van Shocking?

2024-04-25
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

shocking

(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] schokkend, onthutsend - Een waarschuwing vooraf: u krijgt schokkende beelden te zien. [alg.] aanstootgevend, stuitend - Stuitend hoe sommigen met dieren omgaan.

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Shocking

[Eng.] I bn ergerlijk, aanstotelijk; II tw: shocking!, ergerlijk!

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Shocking

aanstootgevend

2024-04-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

shocking

[Eng. sjok'king], aanstoot gevend, ergerlijk; grove woorden kunnen shocking zijn. Foutief spreekt men wel van shockerend.

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Shocking

aanstotelijk, onbetamelijk.

2024-04-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

shocking

I. aanstotelijk, stuitend, ergerlijk; II. shocking bad, miserable (vervaarlijk) slecht.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Shocking

(Eng.),bn. en tw. ergerlijk; aanstoot gevend.

2024-04-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

shocking

(ejokking) (Eng.) aanstotelijk, ergerlijk.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

shocking

tw. (Engelse uitroep: ergerlijk, aanstoot gevend, onkies).