sensus
volkstelling; opgawe.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ūs, m. I. het waarnemen, waarneming, beschouwing, ut oppidanos a sensu eius (operis) averteret, Curt. II. praegn., waarnemingsvermogen, a. het physieke: gewaarwording, gevoel, voluptatis sensum capere, Cic.; zintuig, s. videndi, audiendi, Cic., s. oculorum atque aurium, Liv., res subiectae sensibus, Cic....
Stephanus Axters (1937)
1. Zintuig, zin. Sensus ... consistit in quadam proportione organi, S. THOMAS, COMM. IN IT DE ANIMA LEGT. 24, De zintuigen komen op een geëvenredigdheid van de organen neer. — Est... sensus quaedam potentiapassiva, quae nata est immutari ab exteriori sensibili, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 78, A. 3, C., De zintuigen zijn...
M. J. Koenen's (1937)
m. (Lat. zin: gewaarwording; verstand): sensus communis a) algemene mening, b) gezond verstand.
Jozef Verschueren (1930)
('sensus) m. [Lat. < sentire d. i.] I. Eig. (niet gebruikt in het Ned.) zinnelijke gewaarwording. II. Metf. intellektuele gewaarwording, het denken, verstand. III. Metn. 1. [van I] zin(tuig). 2. [van II] verstand(svermogen).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: