Wat is de betekenis van Scoop?

In het algemeen verwijst "scoop" naar het (op)scheppen van iets, zoals ijs met een ijslepel. Andere betekenissen van scoop zijn: - (journalistiek) een werkwoord om aan te geven dat een journalist erin is geslaagd om een primeur te krijgen of als eerste een belangrijk nieuwsfeit te rapporteren; - (culinair) een schepje of lepel waarmee v...

(zelfstandig naamwoord) [alg.] primeur, klapper - Alle media berichten het grote nieuws, maar de VRT had de primeur. [hockey] wipslag, boogslag [alg.] ijslepel, ijsschep

(2009) (med.) instrument om het menselijk lichaam mee te onderzoeken. • Je kon tegenwoordig met een scoop bij jezelf naar binnen kijken en je maagwand bestuderen of je dikke darm. (Menno Lievers: De val van Hippocrates. 2009)

Scoop - (Eng.) primeur. De meeste Engelse bronnen voeren dit woord terug tot het Mnl. schope = schop. Eén enkele bron denkt aan een ontlening aan Du. Schoppe = schop, en het ww. schöpfen = scheppen, put­ ten. De NRC wierp de eerste steen, daartoe ingefluisterd door Adformatie, dat het niet kon verkroppen dat concurrent NieuwsTribune de scoop had b...

scoop - zelfstandig naamwoord 1. eerste bekendmaking van iets ♢ het bericht over de overval was een scoop voor de Telegraaf Zelfstandig naamwoord: scoop de scoop de scoops Synoniemen primeur

[Am., van Eng. = lett.: schep, schop, ook. primeur] informatie over actuele feiten uit betrouwbare bron, exclusieve journalistieke primeur.

primeur; eerste bericht

bijzonder bericht.

I. 1. schop, emmer, schep(per), hoosvat; spatel; (kaas)boor; haal [met een net]; vangst; 2. winst; buitenkansje [voor berichtgever]; al one scoop, met één slag; II. (uit)scheppen, uithozen; uithollen; bijeenschrapen; opstrijken, binnenhalen (ook: scoop in).