Wat is de betekenis van Schutting?

2024-10-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-10-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schutting

schutting - zelfstandig naamwoord uitspraak: schut-ting 1. hoog hek van planken of betonnen platen ♢ ze hebben een hoge schutting om de tuin gezet Zelfstandig naamwoord: schut-ting de schutting ...

2024-10-14
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Schutting

uit een - gezaagd geboren. Cliché- gezegde, gangbaar in Rotterdam. Vgl. toen lag hij nog in de bloemkolen. Ondertussen was ik in Rotterdam uit een schutting gezaagd... (J.A. Deelder: Modern Passé, 1988)

2024-10-14
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Schutting

dient voor de bescherming van gewassen in de volle grond en wordt meestal aangebracht aan de N.O. zijde van een perceel, soms aan de N.W. of Z.W. zijde; vooral in het W. van Ned. In de bedrijfstuinb. veelal bestaande uit riet of rietmatten. Bij de teelt van leibomen, b.v. perziken, wel van hout of soms zelfs van beton of baksteen (Westland); in dit...

2024-10-14
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schutting

s., skud (it), skut (it), sket (it), skutting, stek (it); rieten —, reidskud (it), -skut (it), -sket (it); — tussen veestanden, setelskud (it), handerskud (it); — bij de zeedijk, heining; een — maken, stekje.

2024-10-14
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-10-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schutting

v. (-en), 1. het schutten, hetzij in de zin van keren of van een schutsluis doen passeren; 2. afsluiting van aaneensluitende planken, heining (om tuinen, bouwwerken enz.): over een schutting klimmen ; schuttingen gebruikt men in de groenteteelt om het gewas tegen koude en scherpe winden te beschermen ; 3. afsluiting dwars op een vis...

2024-10-14
Humoristisch woordenboek

H. Moritsen (1939)

Schutting

Opstandige vloer.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-10-14
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schutting

v. schuttingen, schuttinkje (1 de handeling van het schutten van schepen; 2 zoveel water als bij het schutten verplaatst wordt; 3 afsluiting b.v. van een tuin, meestal van planken; heining; ook: gehele of gedeeltelijke afsluiting dwars op een viswater): 1 schuttingen geschieden niet des nachts; 2 bij het afdalen vloeit een schutting water in het vo...