Wat is de betekenis van schroomvallig?

2025-11-13
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schroomvallig

bn. bw. (-er, -st), licht beschroomd; terughoudend ; — met schroom.

2025-11-13
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

schroomvallig

verlegen, bedeesd, te¬rug¬hou¬dend uitspraak [schroom-val-luhg] citaat “Wilt u meteen in het gevlij komen bij Garvey? Vraag dan naar deze twaalf jaar oude song. In een recent interview gaf de frontman schroomvallig toe dat dit stiekem zijn lievelingssong van Elbow is.” Bron: Schroomvallig betekent, net als be¬schroom...

2025-11-13
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schroomvallig

adj. & adv., hoeden(d), mijen(d).

2025-11-13
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schroomvallig

bn., bw. (aan schroom onderhevig; met schroom, beschroomd, verlegen).

2025-11-13
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schroomvallig

(schro:m'valləch) bn. en bw. (-er, -st) aan schroom onderhevig, met schroom. Syn. ➝ angstvallig.

2025-11-13
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schroomvallig

bn. en bw. (-er, -st), licht beschroomd; terughoudend; met schroom.

2025-11-13
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Schroomvallig

zie Bedeesd.

2025-11-13
Prisma NL Sranantongo

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-11-13
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-11-13
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)