Wat is de betekenis van Schroom?

Schroom is een zelfstandig naamwoord en betekent aarzeling. Het kan ook gêne betekenen. "Rob moet de schroom loslaten en er vol voor gaan." In deze zin betekent schroom aarzeling, want Rob moet niet aarzelen maar gewoon doen. Schroom kan ook gêne betekenen: "Zonder schroom schreeuwde Sophie tegen Andy in de kantine."...

schroom - zelfstandig naamwoord 1. het uit onzekerheid nog even wachten ♢ met enige schroom las hij de brief voor Zelfstandig naamwoord: schroom de schroom Synoniemen aarzeling

s., hoedenens, mijenens.

...

m., g. mv., 1. vrees : geen schroom gevoelen ; 2. gevoel dat voor een handeling doet terugdeinzen, aarzeling: zonder schroom naar iem. toegaan ; — in ’t bijz. het weerhouden -worden door bedeesdheid of fijngevoeligheid, door schaamachtigheid of eerbied: die kiese schroom, die even bang is om te beledigen als om beledigd...

m. (vroeger: vrees; thans inz. gevoel, dat voor een handeling doet terugdeinzen [inz. berustende op schaamachtigheid, eerbied enz.]: beschroomdheid; angstvalligheid; aarzeling): schroom hebben, kleingeestige angst; iem. met schroom naderen.

(schro:m) m. gevoel van benauwdheid dat voor een handeling doet terugdeinzen : gevoelen; zonder -. Syn. ➝ angst.

m. (g. mv.), 1. (vero.) vrees: geen schroom voelen; 2. gevoel dat voor een handeling doet terugdeinzen, aarzeling: zonder schroom naar iemand toegaan; m. n. het weerhouden-worden door bedeesdheid of fijngevoeligheid, door schaamachtigheid of eerbied; aarzeling.

...