Wat is de betekenis van schrokken?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schrokken

schrokken - regelmatig werkwoord uitspraak: schrok-ken 1. gulzig eten ♢ als je zo schrokt, kun je niet van de smaak genieten Regelmatig werkwoord: schrok-ken ik schrok jij/u schrokt...

2024-04-26
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

schrokken

Gierig, schraperig leven; vrekkig zijn. Opm.: In de standaardt. wel: gulzig eten, schransen. Afl.: schrok, schrokker, gierigaard, vrek (Nol is geen pinneke-dun, geen pezewever, geen schrokker. Hij pakt er altijd het zijn van, tot het op is, en dan «in de rapte ’n paar haasjes gestroopt» en de pot is weer gevuld, LAN...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schrokken

v., skrokke, skrokje, roppich ite.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schrokken

(schrokte, heeft geschrokt), 1. al te gulzig opeten of eten, slokken; 2. (gew., Zuidn.) vrekkig zijn, leven.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schrokken

schrokte, h. geschrokt (gulzig slokken, gulzig inslikken; Z.-N. schraperig leven).

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schrokken

('schrokkən) (schrokte, heeft geschrokt) fschokken, tassen] gulzig eten, inslikken : hij schrokte alleen, meer dan de anderen samen eten. Syn. ➝ dineren.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schrokken

(schrokte, heeft geschrokt), al te gulzig opeten of eten, slokken.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)