schrokken
schrokken - regelmatig werkwoord uitspraak: schrok-ken 1. gulzig eten ♢ als je zo schrokt, kun je niet van de smaak genieten Regelmatig werkwoord: schrok-ken ik schrok jij/u schrokt...
Muiswerk Educatief (2017)
schrokken - regelmatig werkwoord uitspraak: schrok-ken 1. gulzig eten ♢ als je zo schrokt, kun je niet van de smaak genieten Regelmatig werkwoord: schrok-ken ik schrok jij/u schrokt...
Walter De Clerck (1981)
Gierig, schraperig leven; vrekkig zijn. Opm.: In de standaardt. wel: gulzig eten, schransen. Afl.: schrok, schrokker, gierigaard, vrek (Nol is geen pinneke-dun, geen pezewever, geen schrokker. Hij pakt er altijd het zijn van, tot het op is, en dan «in de rapte ’n paar haasjes gestroopt» en de pot is weer gevuld, LAN...
Van Dale Uitgevers (1950)
(schrokte, heeft geschrokt), 1. al te gulzig opeten of eten, slokken; 2. (gew., Zuidn.) vrekkig zijn, leven.
Jozef Verschueren (1930)
('schrokkən) (schrokte, heeft geschrokt) fschokken, tassen] gulzig eten, inslikken : hij schrokte alleen, meer dan de anderen samen eten. Syn. ➝ dineren.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: