Wat is de betekenis van SCHRIKACHTIG?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

schrikachtig

...

Lees verder
2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schrikachtig

adj., kjel-, tsjelreauwich, skrikkich, skrikfallich, skril(lich), wif, spoek(er)ich, spoeksjoch, spoeksjoggerich; — zijn, (gau) spoek sjen.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

schrikachtig

...

Lees verder
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schrikachtig

bn. bw. (-er, -st), licht schrikkend; schichtig.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schrikachtig

bn., bw. (licht schrikkend): ik ben niet schrikachtig; schrikachtig rondkijken.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schrikachtig

bn. (-er, -st) licht schrikkend, schichtig : een paard.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

schrikachtig

...

Lees verder
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SCHRIKACHTIG

SCHRIKACHTIG - bn. (-er, -st), licht schrikkend ; schichtig (van paarden). SCHRIKACHTIGHEID,

toon meer resultaten

Gerelateerde zoekopdrachten