schrijver
(1990) (politie) iemand die graffiti op andermans huis spuit. Kijk ook onder schrijven*. • Een 'schrijver' is iemand die het nodig vindt om op andermans muren de een of andere kreet te spuiten. (Leo Van Heijningen: Politietaal. 1990)
Marc De Coster (2020-2023)
(1990) (politie) iemand die graffiti op andermans huis spuit. Kijk ook onder schrijven*. • Een 'schrijver' is iemand die het nodig vindt om op andermans muren de een of andere kreet te spuiten. (Leo Van Heijningen: Politietaal. 1990)
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip schrijver heeft 2 verschillende betekenissen: 1) iemand die iets geschreven heeft. iemand die iets schrijft of geschreven heeft; auteur. 2) beroepsschrijver of amateurschrijver. iemand die schrijft voor zijn beroep of uit liefhebberij; ook: het beroep van schrijver, en dan vooral in toepassing op iemand die literatuur schr...
Direct toegang tot alle 19 resultaten over schrijver?
Marc De Coster (2017)
Schrijver - verkoper van een optie. Hij kan zijn recht natuurlijk ook tussentijds van de hand doen, maar de verkoper van een optie, in beursjargon de 'schrijver', loopt aanmerkelijk meer risico. De schrijver gaat namelijk de verplichting aan de overeenge komen hoeveelheid van minimaal honderd aandelen te leveren (in geval van een call) dan wel te...
Muiswerk Educatief (2017)
schrijver - zelfstandig naamwoord uitspraak: schrij-ver 1. wie als beroep romans of gedichten schrijft ♢ de schrijver die de prijs heeft gewonnen heet Marente de Moor 2. wie iets schrijft ♢ wie...
Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)
schrijver - Degene die een openingsverkoop van een optie doet en daarmee een plicht op zich neemt (zie schrijven van een optie). Een schrijver moet voldoen aan dekkingseisen van de optiebeurs.
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
persoon die er zijn werk van maakt boeken te schrijven, in het bijzonder letterkundig werk. - auteur.
Walter De Clerck (1981)
W.g. pur. voor: secretaris (van een vereniging enz.). - Zie ook schrijfster en schrijverke.
Dankers en Verheul (1965)
Augustus Edmundus Sylvanus de (geb. 1898) Belgisch (Vlaams) r.-k. politicus en jurist. Volksvertegenwoordiger (1928-65), mi- nister van Landbouw (1935-36), Binnenlandse Za- ken (1936-37), Justitie (1939) en Economische Zaken (1940). Grote rol in de Taalstrijd (o.m. de Gentse universiteit). Vluchtte mei 1940 naar Frankrijk en trad in 1942 toe tot de...
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. persoon die schrijft; — persoon voor zover hij schrijft of kan schrijven : een vlug, een snel schrijver; er zijn beste schrijvers in die schoolklasse ; 2. persoon die iets geschreven heeft in zijn verhouding tot dat stuk: de schrijver van een brief, van een verhaal, een boek, samensteller, vervaardiger er van ; 3....
M. J. Koenen's (1937)
m. schrijvers, schrijvertje (1 iem., die schrijfwerk doet, klerk; 2 iemand, die zijn gedachten enz. schriftelijk aan het grote publiek bekendmaakt, die boeken, tijdschriftartikelen enz. schrijft of de gave er toe heeft; 3 het werk v. e. schrijver in bet. 2; 4 de persoon, die een bepaald werk, een bepaalde brief heeft geschreven in verhouding tot da...
Jozef Verschueren (1930)
('schrijvər) m. (-s; -tje) I. [schrijven I 1] 1.Algm. hij die schrijfwerk verricht: een vlug, snel -. 2.sekretaris ; de van een vereniging. II. [schrijven I 3] 1. Eig. hij die schrijft, auteur : wie is de van die brief; een beroemd Nederlands -; de (on)gewijde, klassieke -s. 2. Metn. werk(en) van een schrijver ; een lezen, verklaren.
F.W. Grosheide (1926)
is in het algemeen iemand, die schrijft. Het woord wordt vooral gebezigd om hem aan te duiden, die van het schrijven zijn beroep maakt en in dien zin komt het in het Oude Testament menigmaal voor. In tijden of in gebieden, waar weinig menschen schrijven kunnen, moet men om een brief, contract, acte op te stellen, de hulp van een schrijver inroepen....
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-s), 1. persoon die schrijft; persoon voorzover hij schrijft of kan schrijven: een vlug, een snel schrijver; 2. persoon die iets schrijft of geschreven heeft in zijn verhouding tot dat geschrevene: de schrijver van een brief; hij is geen schrijver, hij komt er niet makkelijk toe (een brief) te schrijven; 3. iemand die schrijfwerk verricht als t...
J.H. van Dale (1898)
SCHRIJVER - m. (-s), die schrijft : een vlug, een snel schrijver; er zijn beste schrijvers in die schoolklasse ; de schrijver van een brief, samensteller, vervaardiger ervan ; de schrijver van een boek, een gedicht; de gewijde, de ongewijde, de klassieke schrijvers; — (fig.) het werk van een schrijver: een schrijver lezen, bestudeeren, verkla...
I.M. Calisch (1864)
Schrijver, m. (-s), die schrijft; zamensteller; bewerker (van een boek); die schrijfwerk voor een ander verrigt; klerk, kantoorbediende; secretaris eener rederijkerskamer; (zeew.) beambte aan boord die met het houden der registers enz. belast is. *-IJ, v. (-en), geschrijf; gekrabbel. *-SCHAP, o. gmv. beroep van schrijver, broodschrijverij. *-SBEN...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel lid van Ensie en geniet van alle voordelen: