Wat is de betekenis van schrijlings?

2025-07-11
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-11
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-11
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schrijlings

1. bw., met de benen uiteen, met een been aan elk der beide zijden van de zaak waarop men zit of waarboven men staat: schrijlings op zijn stoel, op een paard zitten; 2. bn., waarbij de benen uit elkaar staan: een schrijlingse houding.

2025-07-11
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schrijlings

schrijlings - bijwoord uitspraak: schrij-lings 1. wijdbeens, met aan elke kant een been ♢ hij ging schrijlings op een stoel zitten Bijwoord: schrij-lings

2025-07-11
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schrijlings

adv., oerskrank, strampeld, strampeltsje-oer, skarreld, skonkje-oer, oer de foet.

2025-07-11
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schrijlings

bw. (met de benen uiteen, met één been aan iedere zijde van de zaak, waarop men staat of zit): de metselaar zat schrijlings op de nok; als bn. ook, s c h r ij d e l i n g s: in schrijdelingse houding.

2025-07-11
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schrijlings

('schrijlings) I.bw. 1. met wijd uiteengezette benen :op een paard zitten. 2. aan beide kanten : over de Maas ligt de stad Luik. II. bn. schrijlings zich vertonend : een -e houding.

2025-07-11
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schrijlings

bw. en bn., met de benen uiteen, met een been aan elk van de beide zijden van de zaak waarop men zit of waarboven men staat: schrijlings op een paard zitten.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-11
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

schrijlings

schrijlings bw. 'met de benen uiteen' categorie: geleed woord Mnl. sc(h)erdelinghe 'met de benen aan weerszijden' in Hi ghinker op sitten scerdelinghe 'hij ging er schrijlings opzitten' [1300-50; MNW-R]; vnnl. schrijdelinck oft scherdelinck opt peerdt sitten 'met de benen aan weerszijden op het paard zitten' [15...