Schriftgeleerden
mannen die aan het volk de Tora uitlegden, met name in de jaren na de ballingschap; ook wel genoemd: wetgeleerden.
G.F. Callenbach (1988)
mannen die aan het volk de Tora uitlegden, met name in de jaren na de ballingschap; ook wel genoemd: wetgeleerden.
J. van Delden (1982)
geen priesters, maar joodse leraren, die levenslang studie maakten van de wet (de thora) en deze uitlegden en vertaalden.
Prof. dr. J.C. Groot (1955)
(Hebr.-.soferim) Gr.: grammateis) heetten ten tijde van Christus (maar ook reeds eerder, vgl. Neh. 8 : 8) de joodse leraren, die de H. Schrift, m.n. de Wet, uitlegden, door deze te vertalen (de Aramese vertalingen, de zgn. targoemim, stammen waarschijnlijk uit hun milieu), door in de vorm van haggada (gelijkenissen, kernachtige spreuken) nadere ver...
Winkler Prins (1949)
een stand van rechtsgeleerde Joodse theologen, die zich toelegden op de uitlegging en toepassing der wet. Sinds Ezra* kwam het zwaartepunt van het godsdienstig leven meer en meer te liggen in leer en moraal. De S. traden allengs meer op de voorgrond en hadden na de verwoesting van de tempel (70 n.C.) onbetwist de leiding. Het door hen ontwikkelde o...
F.W. Grosheide (1926)
nder Israël beginnen op te komer van het oogenblik dat, na de als een gericht over het volk erkende ballingschap, het in Jeruzalem teruggekeerde Juda zich verplichtte aan de haar opnieuw voorgelezen wet Gods zich stipt te houden (Nehem. 8 : 10). Om het leven naar de wet en de profeten te kunnen onderhouden, was de uitlegging van de Heilige Sch...
T. Pluim (1922)
Aldus heetten bij de Joden de verzamelaars, uit- leggers en leraars der wet. Zij worden in het Nieuwe Testament bovendien soms „wetgeleerden" en „leraars der wet" genoemd. De naam duidt aan, dat zij zich op de studie der Heilige Schriften toelegden, vooral om de wet (de wettelijke voorschriften betreffende hun godsdienst) te kennen. Zij kregen den...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Schriftgeleerden - schriftkenners, de schriftuitleggers bij de Joden. Na de Babylonische ballingschap werd bij de Joden, op voorbeeld van Ezra (Ezra 7:10), de studie der H. Schriften, inzonderheid der Mozaïsche wetten, een onderwerp van schoolgeleerdheid, ook ten behoeve der dagelijksche praktijk en tot het doen van uitspraak in twijfelachtige geva...
J. Kramer (1908)
schriftkenners, Sopherim, de schriftuitleggers bij de Joden. Na de Babylonische ballingschap werd bij de Joden, op voorbeeld van Ezra (Ezra 7:10), de studie der H. Schriften, inzonderheid der Mozaïsche wetten, een onderwerp van schoolgeleerdheid, ook ten behoeve der dagelijksche praktijk en tot het doen van uitspraak in t wijf elachtig e geval...
Anthony Winkler Prins (1870)
Schriftgeleerden (Sopherim) waren bij de Israëlieten na de Babylonische ballingschap mannen, die zich toegelegd hadden op de kennis der gewijde schriften, vooral der boeken van Mozes, zoodat zij uitspraak konden doen in godsdienstige en burgerlijke geschillen. Veelal verdiepten zij zich in haarkloverijen en waren wegens verschil van uitlegging gest...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: