schraalhans
armoedzaaier; gierigaard, vrek. Thans nog alleen in de zegswijze schraalhans is daar keukenmeester (bij Harrebomée ook keldermeester): er valt daar niet veel te eten. Een zuinig iemand werd vroeger ook wel Heer aan Nergenshuizen en Geenland genoemd. Vgl. verder nog schrielhannes.Een enkel woord tot slot: was het tot nu toe schraalhans, Mijn...