schotel
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip schotel heeft 3 verschillende betekenissen: 1) ondiepe schaal. ondiepe schaal waarop spijzen worden opgediend of waarop zaken van allerlei aard worden bewaard of neergezet. 2) gerecht. gerecht met of zonder de schotel waarop of waarin het wordt opgediend. 3) schotelantenne. schotelvormige antenne voor het ontvangen...
Muiswerk Educatief (2017)
schotel - zelfstandig naamwoord uitspraak: scho-tel 1. platte schaal ♢ we kochten zes kop en schotels 1. vliegende schotel [ruimteschip dat op een schotel lijkt] 2...
Meindert Schroor PhH (2016)
Keramisch ondiepe of komvormige schotel met een middellijn van 20-40 cm. Op de voorkant een eenvoudige blauwe of meerkleurige beschildering op witte glazuur en op de achterkant een doorzichtige kleurloze glazuur.
J. van Donselaar (1936)
(de, -s), schaal. - Etym.: In AN alleen nog in samenst. en in combinatie met ‘kop’: ‘kop en schotel’. In Noord-Brabant gebr., ook in de bet. van ‘diep bord’.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: