Wat is de betekenis van SCHOREN?

2024-03-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Schoren

(Barg.) goederen, voorwerpen van alle aard; schore boel: gestolen goederen.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schoren

v., skoarje.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schoren

(schoorde, heeft geschoord), met of als met een schoor stutten, steunen, schragen; een muur, een boom, een schip schoren ; ook fig.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

schoren

goederen, in tegenstelling met geld. Daar is geen poen te vinden, willen we 't schoren maar meenemen? Gejatte schoren, gestolen goederen. Een kist schoren, een baal goederen. Goeie schoren. Op de schoren tippelen, uitgaan op diefstal van onbeheerdstaande goederen.